Museumstuk - Jachtgeweer en slee
Riët Timmerman
Boven aan trap van Museum Het Reghthuys hangt een jachtgeweer dat gebruikt werd om ganzen te schieten. Het wordt ook wel een ganzenroer genoemd, maar dit is niet helemaal juist. Een roer is een extreem groot hagelgeweer, dat werd ontworpen om op watervogels te jagen. De lengte van de loop kon variƫren van twee tot vier meter. Het kleine werd vanaf de schouder afgevuurd, het grotere werd na het laden aan de wal op een vlet gemonteerd. Het geweer was zo groot om in een keer een grote groep vogels te raken.
Desondanks werd de jacht met een ganzenroer als eervol gezien. Een jager moest vaak een hele dag met zijn vlet in de modder liggen voordat hij de plek gevonden had waarvan hij het beste kon schieten.
Het geweer dat in Het Reghthuys hangt werd in de Alblasserwaard vaak gebruikt voor de ganzenjacht. Het is een vijfschots Browning repeteergeweer, waarin vijf patronen konden worden geladen. Tegenwoordig is dit niet meer toegestaan. Het is gemaakt door de Fabrique Nationale d' Armes de Guerre (FN) te Herstal (B). Deze fabriek maakt wapens voor het leger, de politie, de sport en de jacht en ging vanaf 1898 samenwerken met wapenontwerper John Browning. Tussen 1903 en 1939 werd dit type geweer door FN geproduceerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Browning M. 25 het standaardpistool van het Nederlandse leger.
Het geweer is door Leen Harrewijn Lzn aangekocht en later door zijn neef Kees aan het museum geschonken.
Bij het geweer hangt een 18e-eeuwse slee. Deze was heel laag, zodat de jager onder het maaiveld bleef. Hij lag op zijn buik op de slee en bewoog zich voort met kleine prikkers. De slee is geschonken door Kees van Dijk.
Bronnen:
Mondelinge informatie L. Harrewijn.
wikisage.org
www.rijksmuseum.nl