Museumstuk - tapkast café aan het Pinkeveer
Riët Timmerman
In Museum Het Reghthuys bevindt zich de tapkast van de voormalige herberg aan het Pinkeveer, die dateert uit 1912. Aan de toog staan drie krukken, waarvan er een nog origineel is. Te zien is dat de drempel in de loop der jaren behoorlijk is versleten.
De herberg fungeerde ook als tolhuis en was een rustpunt op de drukke route Gorinchem-Schoonhoven. De oudste vermelding van het Pyncteveer dateert uit 1455. Eeuwenlang voer er een pontje tussen beide Giessenoevers, tot er in 1883 een brug gebouwd werd. In december 1911 brandde het veerhuis volledig af. De stukken van de polder Slingeland, die werden bewaard in de polderkamer, konden worden gered, maar de inboedel van kastelein Maat ging verloren.
Er werd een noodgebouw geplaatst en in 1912 werd het nieuwe café geopend, met o.a. een nieuwe tapkast. Het was een groot pand. Aan de oostkant waren twee cafézalen en aan de westkant een kamer met opkamer met daarachter een gymzaal. Onder de opkamer bevond zich een grote boogkelder, op zolder was een grote zaal en bevonden zich drie slaapkamers.
Het Pinkeveer was destijds een begrip in de omgeving. Er werden vergaderingen gehouden van het polderbestuur en van de gemeenteraad van Neder-Slingeland en later van de raad van de Peursum. Ook vonden er vergaderingen en feesten plaats van het Groene Kruis, de coöperaties, de buurtvereniging en de IJsclub en werden er uitvoeringen gegeven door fanfarecorpsen en muziekverenigingen. De brug stond dan vol met toeschouwers en in de tuin stond een tent met een Chinees die o.a. noga en pinda’s verkocht. Als er vuurwerk werd afgestoken gebeurde dit vaak op het water. Gymnastiekvereniging Peursum werd in het café opgericht en opvolger Vridos gaf uitvoeringen in de tuin. Kaashandelaren uit Groot-Ammers, op weg naar de markt in Gorinchem, kwamen er eten en tijdens de grote St. Maartensmarkt van Gorinchem zat de zaak helemaal vol.
Het pand had als een van de eersten in het dorp een telefoonaansluiting; van hieruit werd er door de hele buurt gebeld. Als er ijs lag kookte mevrouw Schreuders, die het café van 1940 tot 1954 runde, enkele wasketels erwtensoep en maakte zelf puddingbroodjes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er Duitsers ingekwartierd, die na hun vertrek een grote puinhoop achterlieten. In hun plaats kwamen er Canadese en Belgische bevrijders, die o.a. chocola meebrachten.
Het café heeft veel meegemaakt, met de tapkast als altijd belangrijk middelpunt.
Bronnen:
Bode-Huizer, A.M. (2012) "Café Pinkeveer in Slingeland" en Timmerman, H.M. (2012) "Pietertje Schreuders."
De Kroniek, Geschiedkundige Vereniging Giessenburg en Schelluinen.